Bob Coleveld - Geen medelijden Argus

Bob Coleveld - Geen medelijden Argus

1957 uitgeverij Bracke Wetteren

Pseudoniem van Robert Henri Coolen, geboren te Wetteren op 27-4-1921 overleden te Oostende op 12-8-2000.

In naslagwerken soms ten onrechte Bert Coleveld genoemd.

Hij was beambte in Brussel.

In 1951 werd een novelle van hem bekroond door de provincie Oost-Vlaanderen en in 1955 kreeg hij de Prijs van de Touring Club van België voor het beste toeristische verhaal.

In 1960 verscheen nog de roman De tas gevuld met waanzin (1960).

js

Het boek Geen medelijden Argus is te koop zie de rubriek Aanbiedingen van leden


G(errit) Leydekkers - Moord en aspirine

G(errit) Leydekkers - Moord en aspirine

1959 Mertens en Stappaerts

Helaas niets kunnen vinden over deze auteur. (pseudoniem?)

Nog wel een vermelding in Lectuur Repertorium

Geen andere werken kunnen traceren onder deze auteursnaam.


Ad Melvante - Het grijze huis

Ad Melvante - Het grijze huis

Het grijze huis (variant)A. L. van Kersen 1954

Deze naam is latijns voor:  aankondiging

Verder geen info over deze schrijver. Geen andere werken onder dit pseudoniem aangetroffen.

Afbeeldingen: collectie M. Smith

js


A.H. van Ommen - De blauwe auto

A.H. van Ommen - De blauwe auto

Nelissen 1951

Hendericus Antonius (ipv A.H.) van Ommen geboren te Amsterdam op 22-3-1904

Op 31-10-1929 getrouwd met Maria Christina Verdult (1910-1961) Op 11-3-1947 gescheiden. De overlijdensdatum hebben we helaas niet kunnen achterhalen.

Hij was kantoorbediende en later hoofdboekhouder van beroep.

Overig werk jeugdboek: De jongens van tent 868 (Kluitman 1953)

js


M(artinus). van der Hilst - De kris des doods

M(artinus). van der Hilst - De kris des doods

Amsterdam 1934 Vennootschap "Veritas"

Geboren te Amsterdam op 9-1-1888 overleden in Diemen op 16-3-1940

Slechts 52 jaar oud.

Martinus was ambtenaar en later redacteur van christelijke geïllustreerde weekbladen. In navolging van zijn broer Hendrik in 1912 vertrok hij in 1913 naar Ned.-Indië (Semarang) als ambtenaar waar hij vele jaren verbleef.

Broer Hendrik (officier machinist op de onderzeeboot KIII) werd op oudejaarsdag 1920 vermoord in Cheribon (Ned.-Indië). De toenmalige woonplaats van Martinus.

Veel van zijn boeken spelen in Ned.-Indië waarin tevens zijn protestantse levensbeschouwing tot uiting komt.

Uit Nieuwsblad van het Noorden van 4-12-1934

De kris des doods is het wapen, waarmee de Shoeta, een Indische geheime secte, haar vonnissen voltrekt. Zij bedreigt voortdurend een vooraanstaand Nederlandsen financier, totdat twee detectives er zich mee bemoeien. Een spannend verhaal.

Uit Westfriesch Dagblad van 4-12-1934

Een deel van het lezend publiek houdt van de dective-romans en daar is niets op tegen, wanneer het tenminste niet wordt opgeschroeft tot ongezonde sensaties en er nog belangstelling overblijft voor het werk van hoogere kwaliteit, dat op de boekenmarkt verschijnt. Met „De kris des doods” heeft M. v. d. Hilst in het detectieve-genre een heel goed boek geschreven, dat op de plank naast de Ivanssen gerankschikt kan worden. Buitenlandsche achtergrond had de schrijver niet noodig, de roman speelt in een zuiver Hollandsch milieu, waarbij de verrichtingen van een Javaansche sekte de geheimzinnige sfeer brengen. Een bankiersfamilie in den Haag, een mysterieuze villa bij Wassenaar en daar tusschen een spanning, die direct bij het begin den lezer pakt en hem niet eerder loslaat, dan nadat hij dit boek in één ruk heeft uitgelezen. Dat v. d. Hilst dit heeft kunnen bereiken zonder geforceerde capriolen, doch met een gezonde verwikkeling is de beste aanbeveling voor deze goeden detectiveroman

afbeelding collectie M. Smith

js


Max Marolle - Het monster van “Woudrust”

Max Marolle - Het monster van “Woudrust”

Familie geheimen uit het dagboek van een nederlandsch journalist. 's-Gravenhage. 1912. Utrecht, A. W. Bruna & Zoon 1913, 25 cents Novellenreeks.

Max Marolle is vrijwel zeker een schuilnaam. Volgens het Meertensinstituut komt de naam Marolle als familienaam niet voor, Marolle is wel een gehucht in België. Volgens Lectuur-Repertorium is het wel degelijk een Nederlands auteur. Er bestaat van dit boekje dus een ingenaaide en een gebonden uitgave. Waarschijnlijk geen groot verkoopsucces gezien het feit dat er tot 1927 mee geadverteerd wordt. Op beide illustraties is heel vaag rechtsonder de naam van de illustrator te zien. Op de geel/zwarte zoiets als Frans bondeg en op de zwarte iets als J.Punckel. Diegene die meer weet wordt vriendelijk verzocht dit te melden.

Afbeelding en research: M. Smith

Js.


Gerben Colmjon – De blauwe wereld

Gerben Colmjon – De blauwe wereld

Twentsche streekroman W.L. Salm1940 Herdruk Leidse Uitgersmij. 1950

Geboren te Leeuwarden op 16-8-1899 overleden te Deventer op 25-12-1972.

Hij was boekhandelaar in Den Haag. Later letterkundige. Woonde tijdens zijn jeugd in Rijssen waar hij over de hei zwierf met de latere schrijver Belcampo. De blauwe wereld werd in 1940 door de Duitsers verboden en in beslag genomen.

Ander werk:Kalderionen, 1926  De toeschouwer: een sober verhaal, 1931 Conrad Busken Huet, 1944 De oorsprongen van de renaissance der litteratuur in Nederland, 1947 De beweging van tachtig, 1963

De flaptekst: Dit boek verscheen voor het eerst vlak voordat de Duitsers  ons land, dat hun niets gedaan had, binnenvielen en er een periode begon van verwoesten, stelen en vermoorden zoals er nog nooit in de geschiedenis was voorgekomen. “De Blauwe Wereld”viel de onderscheiding te beurt, gezet te worden op de tweede lijst van werken die verboden werden door de Befehlshaber der Sicherheitspolizei und des S.D. fur die besetzten  Niederlandischen Gebiete. Vrijwel de hele oplaag werd in beslag genomen en vernietigd. En wel, naar men de schrijver meedeelde, om zijn neerzien op de Duitsers en zijn sympathie voor de Engelse “Lebenshaltung”; terwijl het boek bovendien slecht opvoedkundig, ja gevaarlijk, was vanwege het feit dat er aanslagen op lieden die misbruik van hun macht maakten in werden behandeld. De auteur heeft deze roman, die nagenoeg onbekend gebleven is, herzien en biedt hem het publiek hierbij nogmaals aan.

afbeelding stofomslag 2e druk en afbeelding band 1e druk collectie M. Smith.

js


Melati van Java - Ontmaskerd

Melati van Java - Ontmaskerd

Jan Leendertz & Zn. 1887, 2e druk D. Bolle ca. 1894, 3e druk D. Bolle1917, 4e druk D. Bolle 1924

Melati (Indische jasmijn) van Java is het pseudoniem van Nicolina Maria (Marie) Sloot.. Geboren 13/1/1853 in Semarang en overleden 13/6/1927 in Noordwijk. Schreef ook onder ps Mathilde en Max van Ravensteijn. Groeide op in een katholiek gezin als oudste dochter van onderwijzer Carel Sloot. De familie Sloot verhuisde in 1871 naar Nederland en vestigde zich uiteindelijk in Roermond. De schrijfster verhuisde in de jaren 80 naar Amsterdam waar ze samenwoonde met haar vriendin Lena Scheffer. Haar eerste publicatie werd op 17/2/1872 geplaatst in het Katholioke Stuiversmagazijn. In 1874 verscheen haar eerste roman “De jonkvrouw van Groenenrode” onder haar ps Melati van Java. In de meeste van haar romans figureren opmerkelijke vrouwen, standsverschillen en vooroordelen jegens Indische vrouwen en de onderwaardering van Rooms-katholieke vraagstukken. Zij kende een grote populariteit. In 1921 was haar 2-delige roman “Hermelijn” nog steeds het meest uitgeleende bibliotheekboek. Veel werk werd ook vertaald , vooral naar het Duits. Van veel romans is het jaar van uitgifte (nog) niet te achterhalen, maar zeker 10-15 romans gingen aan Ontmaskerd vooraf. In totaal schreef ze 50 boeken.

(tekst en afbeeldingen M. Smith)

afbeeldingen van de 1e ,3e en 4e druk


André Claudius – Moord bij de Wodanseiken

André Claudius – Moord bij de Wodanseiken

A.J.G. Strengholt Widetet reeks no.8 1955, Omslagtekening Frans Mettes

Volgens Lectuurrepertorium een pseudoniem. Helaas is deze niet te kraken.

De Leidse Courant en het Vrije Volk waren niet positief in hun beoordeling. Lectuurrepertorium spreekt van “Een knappe detectiveroman”.

Uit Het Vrije Volk van 21-09-1955

Moord bij de Wodanseiken (uitg. A. J. G. Strengholt) is een oorspronkelijke detective-roman van een zekere André Claudius. Afgaande op wat deze André in een dikke 200 pagina's bijeen heeft gepend, lijken enkele dingen voor eens en voor altijd vast te staan: le. André.kan niet schrijven. 2e. André heeft geen flauw.benul van compositie.. En daarom mag André A. J. G. Strengholt .wel bijzonder dankbaar zijn, dat die dit hopeloos stuntelige, van iedere intelligentie gespeende verhaal uit heeft willen geven. Wij voor ons zien geen reden tot dankbaarheid. O ja, dit boek is er één uit de Widétet-reeks. Nou, wie 't doet zal ons nog een zorg zijn. Als ze,'t maar goed doen!

Uit Algemeen Handelsblad van 21-4-1956

De oorspronkelijke Nederlandse detective-romans beginnen nu in hoog tempo van de drukpersen te komen, zonder dat er vooralsnog veel verheugends bij is. Wie de maatstaven van opbouw en schriftuur aan wil leggen, die in Engeland bijvoorbeeld als normaal worden aanvaard komt met een schriel oogstje thuis. De nummers 8 en 10 uit de Widétet-reeks van Strengholt (aardige verzamelnaam overigens) zijn goedverteerbare lectuur, maar hebben toch geen van beide de heldere afwikkeling van zaken die de ware lezer van speurdersromans boven alles waardeert. Want de amateur-achtige detective Ulysses P. Bibber, geschapen door een auteur die zich Ted O'Sickens noemt, moet waarschijnlijk een tegenwicht leveren tegen de hard-slaande, veel-drinkende en snel-minnende speurders die wij uit Amerika importeren, maar is daarmee helaas tevens van een even ridicule onwaarschijnlijkheid als zijn broeders van overzee geworden. Dat hij om zijn onheldhaftigheid te demonstreren oud en zenuwachtig moet zijn, en daarbij voortdurend „gunst" en ,.gut" moet uitroepen is tot daar aan toe; maar dat de hem. ten gerieve ongezette intrige van De man die er niet w a s werkelijk geen stukje aannemelijkheid bezit en bovendien met veel pretentieuze omslag van noten en tussenschriften wordt opgediend maakt, het boek weinig genietelijk. Aan het euvel der geringe waarschijnlijkheid lijdt Moord bij de Wodanseiken van André Claudius ook wel een beetje: het speelt in een nauwelijks denkbare situatie, alleen ten behoeve van de detective geconstrueerd — altijd een verkeerd uitgangspunt voor een speurdersroman. Voor het overige is deze. geschiedenis van een groep ex-illegale kunstenaars die een rekening uit de oorlog vereffent onderhoudend geschreven..

js


Jozef Cohen – De moord in het dennebosch

Jozef Cohen – De moord in het dennebosch

Bioscooproman S.L. van Looy 1926 Tekeningen van (De Ploeg schilder) Johan Dijkstra ( (1896 - 1978). Geboren te Deventer op 2-1-1886, overleden te Groningen op 12-7-1965.Hij is getrouwd met Corry van Hamersveld en ze hadden twee kinderen Hans (1923) en Riwka (1925).Na zijn HBS tijd werd Jozef Cohen journalist bij De Telegraaf.Vanaf 1908 studeerde hij letteren aan de universiteit van Göttingen Duitsland. In 1911 is hij alweer terug in Deventer. In 1914 werd hij directeur van de Openbare Leeszaal in Groningen tot dat hij in de oorlogsjaren uit zijn ambt werd gezet door de Duitse rijkscommissaris Seyss Inquart. Hij schreef romans, gedichten, sprookjes, toneelstukken hoorspelen en novellen.In 1949 ontving hij de Novelle-prijs van de gemeente Amsterdam voor zijn novelle: De tocht van de dronken man.

Afbeelding collectie R. Sterk

js


1-10 van de 73 Volgende pagina